TERUG |
Romeinen 10:17a:
"Zo is dan het geloof uit het horen."
Laten wij daarom horen wat Gods Woord zegt:
Romeinen 10:9:
"Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis."
Wat is de kracht die ons in staat stelt om Jezus Heer te noemen?
1 Corinthiërs 12:3:
"Daarom maak ik u bekend, dat niemand, door de Geest Gods sprekende, zegt: Vervloekt is Jezus; en dat niemand kan zeggen: Jezus is Here, dan door de Heilige Geest."
Het is onmogelijk een waarachtig gelovige te zijn zonder Gods Heilige Geest te bezitten.
Romeinen 8:9b:
"Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe."
Paulus zegt tot de gelovigen:
1 Corinthiërs 3:16:
"Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?"
Hoe kunnen wij de Heilige Geest ontvangen?
Johannes 14:26:
"; maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb."
Johannes 16:24:
"Tot nog toe hebt gij niet om iets gebeden in mijn naam; bidt en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij."
We ontvangen de Heilige Geest dus in het gebed in de naam van Jezus Christus en we hebben de belofte dat God dit gebed verhoort.
Lucas 11:10-13:
"Want een ieder die bidt, ontvangt en wie zoekt, vindt en wie klopt, hem zal opengedaan worden. Is er soms een vader onder u, die als zijn zoon hem om een vis vraagt, hem voor een vis een slang zal geven? Of als hij om een ei vraagt, hem een schorpioen zal geven? Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de Heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden?"
Wie om de Heilige Geest gebeden heeft, ontvangt deze Heilige Geest voor altijd. De Heilige Geest is zijn blijvend "bezit".
Efeziërs 1:13b-14a:
"; in Hem zijt gij, toen gij gelovig werdt, ook verzegeld met de Heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis,"
2 Corinthiërs 1:21-22:
"Hij nu, die ons met u bevestigt in de Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God, die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft."
Efeziërs 4:30:
"En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing."
Paulus spreekt hier over het bedroeven van de Heilige Geest. Als we zondigen bedroeven we de Heilige Geest, juist omdat deze Heilige Geest niet van de gelovige wijkt, maar blijvend in de gelovige woont.
Romeinen 8:16:
"Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn."
Wij weten als we God gevraagd hebben om de Heilige Geest aan ons te geven, zeker dat wij kinderen Gods zijn.
Romeinen 8:17:
"Zijn wij nu kinderen, dan zijn we ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus;"
Zijn wij medeërfgenamen op grond van het geloof in Jezus Christus of op grond van onze werken?
Galaten 3:10-14:
"Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt ie een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. En dat door de wet niemand voor God grechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit het geloof leven. Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven. Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt. Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen door het geloof"
Galaten 2:21:
"Ik ontneem aan de genade Gods haar kracht niet; want indien er gerechtigheid door de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven."
Galaten 3:21-22:
"Is de wet dan in strijds met de beloften (Gods)? Volstrekt niet! Want indien er een wet gegeven was, die levend kon maken, dan zou inderdaad uit een wet de gerechtigheid voortgekomen zijn. Neen, de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat tengevolge van het geloof in Jezus Christus de belofte het deel zou worden van hen, die geloven."
Galaten 3:26-29:
"Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus. Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham en naar de belofte erfgenamen."
Één van de beloften, die aan het nageslacht van Abraham gegeven is, luidt:
Genesis 22:18:
"En met uw nageslacht zullen alle volken der aarde gezegend worden, omdat gij naar mijn stem gehoord hebt."
God verbindt zich als God na de zondeval van Adam met Abraham en zijn nakomelingen. Tevens belooft God een zegen waar alle volken deel aan hebben. Dit is dat God zich niet alleen verbindt met de nakomelingen van Abraham, maar ook met de andere volken. Want Jezus Christus is nakomeling van Abraham en door het geloof in Christus Jezus zijn wij zonen van God (Galaten 3:26-29).
Matthéüs 1:1:
"Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham."
Romeinen 3:2:
"In de eerste plaats (toch) dit, dat hun de woorden Gods zijn toevertrouwd."
"De woorden Gods" zijn aan het volk Israël toevertrouwd. De Bijbel is als het Woord van God tot zegen geweest voor alle volkeren, juist door het evangelie van Jezus Christus. Deze Bijbel is tot stand gekomen door tussenkomst van het volk Israël
Wat zijn nu de beloften, die door het geloof in Jezus Christus gelden voor alle mensen?
Johannes 3:16:
"Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe."
Johannes 11:25-26:
"Jezus zeide tot haar: Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?"
Filippenzen 3:20-21:
"Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als Verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt, naar de kracht, waarmede Hij ook alle dingen Zich kan onderwerpen."
Johannes 14:1-3:
"Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis mijns Vaders zijn vele woningen - anders zou Ik het u gezegd hebben - want Ik ga heen om u plaats te bereiden; en wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij zijn moogt, waar Ik ben."
1 Johannes 3:2:
"Geliefden, nu zijn wij kinderen Gods en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen; (maar) wij weten, dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is."
Openbaring 22:3-5:
"En niets vervloekts zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daarin zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren, en zij zullen zijn aangezicht zien en zijn naam zal op hun voorhoofden zijn. En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Here God zal hen verlichten en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden."
Johannes 17:24:
"Vader, hetgeen Gij Mij gegeven hebt - Ik wil, dat, waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn, om mijn heerlijkheid te aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld."
Buiten het ontvangen van de Heilige Geest als onderpand der belofte, blijken hieruit de volgende beloften onder anderen:
Wat is de wedergeboorte?
Johannes 3:3:
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederomgeboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien."
Johannes 3:5:
"Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan."
Johannes 3:6:
"Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest."
Johannes 1:12-13:
"Doch allen, die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden, hun, die in zijn naam geloven; die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn."
Uit de bovenstaande teksten blijkt dus dat een mens éénmaal de lichamelijke geboorte meemaakt en dat de mens opnieuw geboren moet worden uit de Heilige Geest. Het was reeds besproken, dat we door in de naam van Jezus om die Geest te bidden, we die Geest ook zullen ontvangen. De lichamelijke geboorte is niet met God verbonden, de Geestelijke geboorte wel.
Johannes 6:63:
"De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut; de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven."
In Johannes 3:5 staat: "geboren uit "water en Geest". In de Efeziërs brief wordt het woord vergeleken met een reinigend waterbad
Efeziërs 5:25-28:
"Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zó dat zij heilig is en onbesmet."
2 Timótheüs 3:16:
"Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid."
Nadat wij de Heilige Geest ontvangen hebben en dus geestelijk opnieuw geboren zijn onderricht Gods Woord ons om ons te reinigen en op te voeden.
Galaten 2:26:
"Want gij zijt allen zonen van God, door het geloof, in Christus Jezus."
Efeziërs 2:8-9:
"Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme."
Door het geloof in Jezus Christus worden we behouden. En dat geloof is een gave van God. Is het Gods wil dat elk mens behouden wordt?
2 Petrus 3:9:
"De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen."
1 Timótheüs 2:3-4:
"Dit is goed en aangenaam voor God, onze Heiland, die wil, dat alle mensen behouden worden en tot erkentenis der waarheid komen."
God wil dus dat alle mensen behouden worden.
1 Johannes 5:14:
"En dat is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort."
Een gebed naar Gods wil wordt verhoord. Het is naar Gods wil, dat alle mensen behouden worden. Door het geloof in Christus Jezus is men behouden. Dit geloof is een gave van God. Het gebed om dit geloof in Christus Jezus te ontvangen wordt dus verhoord.